subsidie VWS

Beste Jos,

Ik begrijp dat er publicaties zijn verschenen die betrekking hebben op het reilen en zeilen van de Stichting Service Médical (SSM). In die publicaties wordt een relatie gelegd met de door VWS verleende subsidie in de achter ons liggende jaren en de besteding daarvan. Daarom graag enige verduidelijking van mijn kant zoals ik dat in de jaren als directeur Sport van VWS heb beleefd.

  • Op uitdrukkelijk verzoek van de Tweede Kamer is aan SSM een instellingssubsidie verleend voor een aantal jaren,
  • Die subsidie is bedoeld om een organisatie bestaansrecht te geven om haar taken te kunnen  uitvoeren,
  • Daarvoor is een professioneel apparaat nodig om kwaliteit te waarborgen.
  • Bij de subsidieverlening door VWS is nooit de eis van een kwantitatief* aantal evenementen als voorwaarde gesteld. Anders zou dat in de jaarlijkse subsidiebrieven als eis zijn opgenomen. In die jaarlijkse subsidietoewijzing staan altijd de eisen waaraan een organisatie moet voldoen om het subsidie ook uiteindelijk rechtvaardig te kunnen verantwoorden. Voor zover mijn geheugen strekt, is op basis van de door jullie ingediende jaarrekeningen en jaarverslagen, altijd het verleende bedrag definitief vastgesteld.
  • Een dergelijke organisatie moet zijn bestaansrecht mede bewijzen door eigen inkomsten te verwerven.
  • Bij SSM is dat in al die jaren altijd gebeurd. Uit cijfers die inmiddels via een WOB verzoek van de organisatie MOS voor iedereen beschikbaar zijn, kan worden vastgesteld dat het VWS subsidie minder dan de helft van de exploitatie van SSM uitmaakt.
  • Dat geeft de organisatie ruimte om de activiteiten naar eigen inzichten in te richten. Voor VWS is dan van belang dat die activiteiten in ieder geval evenementen bevatten die van belang zijn gezien de doelstelling van SSM en de doelstellingen van het sportbeleid van VWS. Namelijk kwalitatief goede sportmedische begeleiding binnen de dranghekken bij topsportevenementen. Daar is naar mijn weten nooit enige twijfel over geweest.
  • Dat daarnaast SSM ook andere activiteiten ontplooit binnen de eigen doelstelling, is het goed recht van SSM. Immers, er was toch de eis ook eigen inkomsten te verwerven. En die kunnen dus ook naar eigen inzicht worden besteed. Net zo goed als dat landelijke sportorganisaties een instellingssubsidie krijgen en activiteiten organiseren naast de activiteiten die voor VWS van belang zijn. Ook hier is sprake van eigen inkomsten die naar eigen inzicht kunnen worden aangewend.

 

* In dit verband is het wellicht nog relevant te vermelden dat landelijke sportbonden, van VWS geen instellingssubsidie kregen voor een aantal, vooraf vast te stellen competitiewedstrijden. Voor VWS was van belang dat er een professionele organisatie was als waarborg voor het kwalitatief verantwoord organiseren van competitiewedstrijden, opleidingen en andere werkzaamheden van belang voor die tak van sport. Zoals de Tweede Kamer dat ook noodzakelijk achtte voor de sportmedische begeleiding binnen de dranghekken en dus, net als aan landelijke sportbonden, aan SSM een instellingssubsidie moest worden verleend. Zij het dat in dit geval de erkenning als bijzondere landelijke sportorganisatie werd verleend omdat SSM geen landelijke sportorganisatie was in een tak van sport (zoals bijv. de KNVB, KNHB, KNZB, KNSB enz.).

De door de krant geopperde veronderstelling (gebracht als een beschuldiging) van onjuiste opgave van wedstrijden heeft dan ook geen relevantie, en berust op een onterechte verdachtmaking. Ruim voor publicatie is de kern van dit voor de SSM zeer ontlastende schrijven aan de krant voorgelegd, zonder dat de journalisten hier acht op sloegen.

 

Met vriendelijke groeten,
Rob de Vries
Directeur Sport
Ministerie van VWS,
Verantwoordelijk voor de subsidietoekenning aan de SSM.

Comments are closed.